+31(0)70-205 73 90
·
info@summitadvocaten.nl
·Ma - Zo 24/7
Direct contact

Wet Straffen en Beschermen: het nieuwe verlofstelsel

Blog door: Charlotte Smittenaar


De inwerkingtreding van de Wet Straffen en Beschermen heeft niet enkel gevolgen voor het tijdstip van de voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.), met de nieuwe wet is ook het verlofstelsel ingrijpend veranderd.[1]

Per 1 juli 2021 zijn het – voorheen – automatisch toegekende algemene verlof en regimesgebonden verlof afgeschaft en vervangen door het zogenoemde ‘re-integratieverlof’. Onder de nieuwe wet is re-integratieverlof niet langer vanzelfsprekend. Per gedetineerde wordt bekeken of en zo ja, voor welke vormen van verlof hij in aanmerking komt en welk concreet re-integratiedoel met het verlof kan worden gerealiseerd. Het detentie- & re-integratieplan (D&R-plan), dat bij aanvang van de detentie voor iedere gedetineerde binnen vier weken na binnenkomst wordt opgesteld, speelt daarbij een fundamentele rol. Daarnaast wordt bij de beslissing over de toekenning van verlof getoetst aan de volgende drie criteria: 1) het gedrag van de gedetineerde gedurende de gehele detentie, 2) eventuele risico’s bij de toekenning van vrijheden en 3) mogelijke belangen van slachtoffers. Verder geldt voor alle soorten van re-integratieverlof dat deze pas aan de orde zijn in de laatste fase van de detentiefasering, voorafgaand aan de voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) of deelname aan het penitentiair programma.[2]

De nieuwe wet onderscheidt het verlofstelsel in drie vormen:

1. Kortdurend re-integratieverlof

De naam zegt het al: kortdurend re-integratieverlof duurt maximaal één dag en wordt verleend ter uitvoering van een concreet re-integratiedoel, bijvoorbeeld een bezoek aan de gemeente voor het aanvragen van een identiteitsbewijs.[3] Hoewel kortdurend re-integratieverlof doet denken aan het incidenteel verlof, moeten beide verloven onder de nieuwe wet van elkaar worden onderscheiden. Incidenteel verlof wordt per 1 juli 2021 uitsluitend verleend op basis van humanitaire gronden, zoals het kunnen bijwonen van een uitvaart, en kan in beginsel op ieder moment van de detentie aan elke gedetineerde worden toegekend, mits is voldaan aan de wettelijke eisen. Re-integratieverlof hangt daarentegen samen met een in het D&R-plan vastgelegd re-integratiedoel. In het D&R-plan wordt inzichtelijk gemaakt welke (gedrags)doelen dienen te worden behaald om een succesvolle terugkeer in de maatschappij mogelijk te maken.[4] Het voorgaande is een uitvloeisel van de persoonsgerichte aanpak die sinds enkele jaren is ingezet, waarbij de nadruk ligt op de eigen verantwoordelijkheid en het gedrag van de gedetineerde.

2. Langdurend re-integratieverlof

Langdurend re-integratieverlof duurt minimaal één of meer aaneensluitende overnachtingen en kan pas worden verleend indien minstens de helft van de straf is uitgezeten. Een gedetineerde komt per maand waarover het langdurend re-integratieverlof is verleend, in aanmerking voor 72 uur verlof. Die 72 uur hoeft niet in één keer te worden verbruikt in de maand waarin zij zijn toegekend, maar wel vóór het eind van het kalenderjaar. Het is dus mogelijk om verlofuren ‘op te sparen’, zodat een gedetineerde achtereenvolgens meer dan drie nachten buiten de p.i. kan doorbrengen, met een maximum van acht nachten.[5] Ook langdurend re-integratieverlof wordt uitsluitend verleend in het kader van een beoogd re-integratiedoel, bijvoorbeeld deelname aan een gedragsinterventie.[6]

3. Extramurale vrijheid

Gedetineerden die zijn veroordeeld tot een gevangenisstraf van meer dan zes maanden én minstens 5/6e deel van die straf hebben uitgezeten voorafgaand aan de v.i.-datum, komen in aanmerking voor extramurale vrijheid. Deze vorm van verlof vindt voor een groot gedeelte plaats buiten de muren van de inrichting: een gedetineerde overnacht enkel op een Beperkt Beveiligde Afdeling (BBA) en werkt overdag buiten de penitentiaire inrichting.[7] De BBA doet denken aan de per 1 juli 2021 afgeschafte Zeer Beperkt Beveiligde Inrichting (ZBBI). Met de inwerkingtreding van deze wet zijn overigens ook de Beperkt Beveiligde Inrichtingen (BBI) gesloten.[8]  

De Wet Straffen en Beschermen heeft tevens gevolgen voor de mogelijkheid tot deelname aan het Penitentiair Programma (PP). Per 1 juli 2021 is het PP uitsluitend voorbehouden aan gedetineerden veroordeeld tot een gevangenisstraf van minimaal zes maanden en maximaal één jaar.[9] Dat betekent dat, anders dan voorheen, deelname aan het PP niet meer openstaat voor gedetineerden die in aanmerking komen voor v.i. De minister wil namelijk af van de – volgens hem – onwenselijke situatie waarin het PP en de v.i. ‘gestapeld’ werden als gevolg waarvan met name langgestraften langere tijd buiten de penitentiaire inrichting konden verblijven.[10]

Met de inwerkingtreding van de Wet Straffen en Beschermen komen gedetineerden dus pas later in aanmerking voor (enige vorm van) verlof, en is de toekenning van interne en externe vrijheden minder vrijblijvend en niet meer vanzelfsprekend.

Heeft u vragen over de Wet Straffen en Beschermen of wilt u weten wat deze wet betekent voor uw persoonlijke situatie, neem dan gerust contact op met een van onze advocaten.


[1] Stb. 2020, 224 en Stb. 2021, 252.
[2] Kamerstukken II 2018/19, 35122, nr. 3, p. 7-19.
[3] Kamerstukken II 2018/19, 35122, nr. 3, p. 16-17.
[4] Kamerstukken II 2018/19, 35122, nr. 3, p. 19.
[5] Kamerstukken II 2020/21, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 3263, p. 2.
[6] Kamerstukken II 2018/19, 35122, nr. 3, p. 16-17.
[7] Kamerstukken II 2018/19, 35122, nr. 3, p. 16-19.
[8] Kamerstukken II 2020/21, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 3263, p. 2.
[9] Kamerstukken II 2018/19, 35122, nr. 3, p. 19-21.
[10] Kamerstukken II 2018/19, 35122, nr. 3, p. 3 en p. 20.